Wat je buiten leert, komt beter binnen

Een aantal jaren geleden werd het schoolplein van mijn dochter heringericht. Van een grote, monotone en stenen vlakte werd het schoolplein opgedeeld in verschillende zones met daarbinnen onder andere een plek om te voetballen, een plek met duikelrekken van verschillende niveaus, een onbestemd stuk en een groen eiland. De laatste bestaat uit wilgentakken, planten, moestuintjes, bloemenbedden en een zogenaamde 'monkey bar' waar je aan kan hangen en slingeren. Door de aangebrachte hoogteverschillen en de diversiteit aan ondergronden, kleuren, materiaalgebruik, en speelelementen is het schoolplein weer een feest geworden om buiten te spelen. Voor kinderen van alle leeftijden, karakters en vaardigheden. 

Waar mijn dochter eerder een beetje aan het rondhangen was op het schoolplein, kwam ze na de herinrichting met enthousiaste verhalen thuis. Zo had ze met haar vriendinnen op één dag zes lieveheersbeestjes gevonden en bouwden ze huisjes van takken en bladeren voor de insecten. De 'monkey bar' was eerst nog te hoog, maar met behulp van losliggende boomstammen of met hulp van klasgenoten kon ze er wel al met twee handen aan hangen. Later in haar schoolcarrière kon ze - na veel oefenen - van de ene kant naar de andere kant toe slingeren. 

Dit voorbeeld laat zien hoe de (her)inrichting van een stuk openbare ruimte het buitenspelen kan stimuleren en de keuzevrijheid kan vergroten. Dat is van belang, want buitenspelen – zowel tijdens als na schooltijd - heeft veel voordelen. Zo werken kinderen aan hun motorische vaardigheden en verbeteren ze hun gezondheid als ze in de frisse buitenlucht kunnen klimmen, balanceren en rennen. En doordat kinderen zelf aan zet zijn, heeft dit een positieve invloed op zowel de cognitieve (denken, waarnemen, creativiteit) als sociale (inlevingsvermogen, samenwerken,  compromissen sluiten) vaardigheden. Maar bovenal is het ook gewoon leuk. Het maakt kinderen gelukkiger. Mede daardoor kunnen ze zich na het buitenspelen weer makkelijker concentreren in de klas. 

Wie als docent de persoonlijke ontwikkeling van kinderen wilt stimuleren, zou dan ook vaker naar buiten moeten gaan. Gym, biologielessen en natuurkundige proefjes zijn immers ook prima uit te voeren op het schoolplein of in een nabijgelegen park. Laat kinderen bijvoorbeeld parfum maken van diverse bloemen. Laat ze zoeken naar bladeren, insecten, bodem- en waterdiertjes. Doe een meetkundige opdracht met takken. Ga in plaats van binnen eens buiten kleuren met stoepkrijt. Laat kinderen op het schoolplein vrij spelen met losse speelattributen (dozen, lakens, touwen, kratten, buizen, planken, banden, dakgoten) zodat ze hun fantasie en creativiteit de vrije loop kunnen laten gaan. Etc.

Onderzoek wijst uit dat veel van deze ervaringen in de buitenlucht meer blijven hangen bij leerlingen dan een les via het digiboard. Doordat kinderen mogen experimenteren en naar eigen inzicht aan de slag gaan, wordt er proefondervindelijk geleerd. Ook leren ze tal van andere vaardigheden doordat ze niet alleen bezig zijn met hun hoofd, maar ook met hun hart en handen. Daarnaast komen ze op deze manier in aanraking met een meer dynamische omgeving die beter aansluit op de dagelijkse werkelijkheid. Leerkrachten die op zoek zijn naar een rijke leeromgeving moeten dus gewoon even hun jas aantrekken en naar buiten gaan. 

Inspiratie nodig? Kijk eens op http://www.buitenlesdag.nl

Deze column verscheen eerder in Dalton Visie (jaargang 11 / december 2022), tijdschrift voor daltononderwijs en is later - met toestemming - overgenomen in het Nederlands Dagblad (3 januari 2023).

Reacties