Mijn plek van hoop en verandering

Steden en wijken staan ook de komende jaren voor belangrijke opgaven. Dat is niets nieuws. Wel de manier waarop deze vraagstukken worden opgepakt. Niet door één of twee partijen van bovenaf, maar door van onderop de krachten te bundelen in nieuwe samenwerkingsverbanden. Om zo op lokaal niveau het verschil te maken. In een vorige week verschenen publicatie worden dit ‘plekken van hoop en verandering’ genoemd. Een introductie.

St Stephen’s Road, Oost Londen. Het is het jaar 1991. De statige St. Paul’s kerk sluit haar deuren vanwege veiligheidsredenen. Door langdurig achterstallig onderhoud is het niet meer verantwoord om de zondagse dienst in de laat-19de eeuwse kerk te laten plaatsvinden. Het dak brokkelt langzaam af, regenwater druppelt op meerdere plekken naar beneden, elektriciteit voor verwarming ontbreekt en in de voegen van het gebouw groeit op steeds meer plekken onkruid. Geld voor onderhoud en renovatie is er bijna niet doordat de geloofsgemeenschap in de loop der jaren flink is gekrompen. Ook het overkoepelende Anglicaanse kerkgenootschap heeft weinig middelen omdat veel kerken met dezelfde problemen kampen. Meerdere kerkgebouwen, ook in deze wijk, worden daarom gesloopt en de grond wordt verkocht aan ontwikkelaars die er luxe appartementen neerzetten. Kerkgangers en vrijwilligers zijn bang dat ook hier de commercie het wint van het publieke belang en daarom werken zij samen met de priester aan het uitwerken van een plan waarin de kerk grootschalig wordt gerenoveerd en heropend voor de gehele buurtgemeenschap. Een huis voor gebed, maar ook voor gezonde, creatieve en educatieve activiteiten.

Community center
Die wens voor een multifunctioneel gebouw met diverse activiteiten komt niet uit de lucht vallen. De kerk wordt omringd door sociale woningbouw. Veel bewoners hebben behoefte aan hulpverlening op het gebied van armoede, onderwijs, opvoeding en zorg. Er zijn namelijk veel schoolverlaters, drugsverslaafden en ouderen die niet kunnen rondkomen van hun pensioen. Ondanks deze vraagstukken zijn - mede dankzij het bewind van Thatcher en haar Conservatieve Partij - een groot aantal buurthuizen gesloten en zijn welzijnsorganisaties gekrompen, terwijl de behoefte daaraan niet minder is geworden. Jonge moeders en gepensioneerden, die gelieerd zijn aan de kerk, blijven daarom ondanks het sluiten van het godshuis regelmatig rommelmarkten organiseren. Minderbedeelden kunnen zo goedkoop aan spullen komen en voor de kerk wordt zo in de loop der jaren 30.000 pond opgehaald. De kerk blijft daardoor - letterlijk en figuurlijk - leven.

Ondertussen wordt het plan voor een multifunctioneel gebouw verder uitgewerkt en wordt met vijftien fondsen, goede doelen en liefdadigheidsinstellingen gepraat. Na jaren van onderhandelen nemen deze partijen gezamenlijk de verbouwingskosten van 3,3 miljoen pond voor hun rekening. Het architectenbureau Matthew Lloyd, specialist in het renoveren van cultureel erfgoed, krijgt de opdracht om het gebouw te verbouwen zodat het van dienst kan zijn voor zowel de parochie als de buurt. Het middenschip, oorspronkelijk bedoeld voor zeshonderd kerkgangers, wordt heringericht voor bijeenkomsten van honderdvijftig mensen. Daarboven bouwt men een stalen frame met vier verdiepingen, in de vorm van een Ark. Een gebouw in een gebouw, die ruimte biedt aan nieuwe flexibele ruimtes die verhuurd worden aan diverse instellingen, waaronder IntoUniversity, een stichting die jongeren uit kansarme milieus ondersteunt om een universitaire plek of een andere gekozen aspiratie te bereiken. Boven op de Ark wordt een fitnesszaal met kleedkamers en sauna geplaatst, die verhuurd zal gaan worden aan Ability Bow, een kleine liefdadigheidsinstelling die ernaar streeft mensen naar het fitnesscentrum te brengen die nog nooit een sportschool hebben gebruikt of die normaal niet aan lichaamsbeweging doen. In 2004, de St. Paul’s kerk heeft dan meer dan tien jaar leeggestaan, is de wederopstanding van het gebouw als ontmoetingsplek een feit. De deuren gaan weer open. 

Samensmelting
Toen ik acht jaar geleden het gebouw bezocht, was ik zwaar onder de indruk van dit architectonische hoogstandje. Maar ik was nog meer onder de indruk van de samensmelting van organisaties, personen en bewonersgroepen. En van de vervlechting van formele en informele activiteiten. Vanaf de buitenkant zie je niets van wat zich binnen allemaal afspeelt. Dan lijkt het nog steeds een Victoriaanse kerk met grote glas-in-loodramen. Achter die gevel gaat een hele andere wereld schuil. Bij binnenkomst word ik verwelkomd door de muziek van Amy Whinehouse en de geur van verse koffie. In het cafétje nabij de entree zit een wat oudere man een krant te lezen naast een kast met uitleenboeken. Op de muur hangt een A4-tje met de gratis WIFI-code en daarnaast een papiertje dat aangeeft dat je de DVD’s voor twee pond kan kopen. Voor dat geld kan je ook een warme middagmaaltijd kopen, die op dat moment wordt voorbereid door een aantal vrijwilligers, te herkennen aan hun blauwwit gestreepte schort.

In het midden van de kerk is een groep vrouwen met een migrantenafkomst met elkaar in gesprek over Engelse gebruiken, terwijl boven hen de schitterend vormgeven houten Ark zweeft. Alsof deze er altijd heeft gehangen. Op de eerste verdieping van deze Ark krijgen twaalf kinderen huiswerkbegeleiding in een klaslokaal dat versierd is met kleurrijke letters waarop wijze lessen (Be ready to learn, be safe, be respected) staan. Kinderen krijgen hier ook ondersteuning bij het ontwikkelen van communicatievaardigheden, het tonen van leiderschap en informatie over opendagen op universiteiten. Op de tweede verdieping zijn verschillende ruimtes die onder andere worden gebruikt om workshops te geven aan wijkbewoners over fotografie en schilderkunst. En op de bovenste verdieping werken senioren en fysiek gehandicapten zich in het zweet aan diverse fitnessapparaten. In een ruimte die eruit ziet als een omgekeerde boot met patrijspoorten die voor een mooi uitzicht zorgen over de wijk en het historische en financiële hart van Londen. Met de lift (!) kom ik weer beneden in de hal waar het café langzaam begint vol te lopen met buurtbewoners voor de lunch. 

Place of hope
Een van de drijvende krachten achter dit succes is Philippa Boardman. Zij was een van de eerste vrouwelijke priesters van de Angelsaksische kerk en werd in 2011 onderscheiden met een Britse ridderorde voor haar jarenlange bijdrage aan het transformeren van deze kerk tot een levendig community center. Zij vertelt me hoe er voor, tijdens en na de renovatie druk naar samenwerkingspartners is gezocht die dezelfde maatschappelijke doelen nastreven. De rondwandeling laat zien dat dit is gelukt. Samen met het verhuren van de gemeenschappelijke ruimtes zijn deze maatschappelijke organisaties nu de belangrijkste inkomstenbron waardoor men - mede dankzij de inzet van vele vrijwilligers - financieel net kan rondkomen. Door het verbinden van verschillende partijen en het hergebruik van de kerk is een uniek multifunctioneel gebouw ontstaan waar de hele week buurtbewoners druk in de weer zijn. Waar doordeweeks Zumba-lessen worden gegeven in het middenschip staan op zondag de stoelen en banken voor de kerkdienst, die nu weer druk wordt bezocht. Daarmee is voor haar de cirkel rond. Of zoals ze zelf zegt in onderstaande video: "It's turned this building from a place of dereliction [verwaarlozing] into a place of new life, a place of creativity and a place of hope."



Verschuivende rollen en verhoudingen
Bovenstaande beschrijving komt grotendeels uit hoofdstuk 1 van het boek ‘Plekken van hoop en verandering’. Een boek over samenwerkingsverbanden die in hun stad of wijk het verschil willen maken. Plekken waar burgers, ondernemers, maatschappelijke instellingen en/of de overheid gezamenlijk belangrijke vraagstukken oplossen. Waar partijen en personen aan de slag gaan omdat zij een kans zien of een urgente kwestie willen oppakken. Net als in bovenstaande casus.

Waar in het verleden één dominante actor - zoals de filantropie, de kerk, de overheid of de markt - het voor het zeggen heeft zien we steeds vaker een netwerk van diverse partijen die werken aan creatieve oplossingen voor vraagstukken op individueel, buurt- of wijkniveau. Samenwerkingsverbanden waarbij ten opzichte van het verleden nieuwe partijen aan tafel schuiven en/of partijen een andere taak hebben. Die verschuivende rollen en (machts)verhoudingen tussen partijen is de rode draad van dit boek dat ik samen met diverse (docent)onderzoekers van hogescholen maakte.

We kijken waar en hoe dit soort - veelal multidisciplinaire - samenwerkingsverbanden ontstaan, welke partijen betrokken zijn en hoe ze georganiseerd zijn. Tegelijkertijd vragen we ons af wat de reikwijdte is en grenzen zijn van deze samenwerkingsverbanden. Wat valt er bijvoorbeeld te zeggen over de rol van de burger en die van de professional? Zijn die gebaseerd op gelijkwaardigheid? Wat gebeurt er als samenwerkingsverbanden volwassen worden? Met welke ‘groeipijnen’ hebben zij dan te maken? In het boek gaan we aan de hand van tien casussen in Nederland op zoek naar de antwoorden op deze vragen. Het boek is nu verkrijgbaar!

Gerben Helleman, Stan Majoor, Vincent Smit, Guido Walraven (red.) (2019) Plekken van hoop en verandering; samenwerkingsverbanden die lokaal verschil maken. Utrecht: Academische Uitgeverij Eburon/Platform Stad en Wijk. ISBN 978-94-6301-251-5. 

Foto 1:  Matthew Lloyd Architects 
Overige foto's: Gerben  Helleman

Reacties