Smaken verschillen*

De meeste politici, onderzoekers en beleidsmakers zijn dol op statistieken. Alsof de complexe wereld van buiten is af te lezen van een computerscherm. Els Desmet en Annemarie Sour deden het tegenovergestelde. Zij brachten vorig jaar een groep jonge allochtone stadsvrouwen uit Rotterdam Zuid in beeld en publiceerde een boek met schitterende citaten. Onlangs deden ze op kleinschalig niveau een soortgelijke verkenning in Den Haag. Het resultaat: persoonlijke verhalen die inzicht geven in beweegredenen, belemmeringen, motivatie en woonwensen.  
“Mijn moeder heeft me gestimuleerd. Ze was een van de eerste gescheiden vrouwen in de familie. Ze zei: je moet er voor gaan. Je bent een allochtone vrouw en moet er harder voor werken. De studie ging altijd voor. Mijn moeder wilde niet dat ik er een baantje bij had.”
Wie rondloopt op hoge scholen en universiteiten wist het natuurlijk al lang, maar ook in de statistieken is ondertussen een explosieve groei te zien van het aantal niet-westerse allochtonen in het wetenschappelijk en hoger beroepsonderwijs. Een verdrievoudiging, respectievelijk verviervoudiging sinds de eind jaren negentig. Een nieuwe middenklasse is in de maak. Hoewel dit emancipatieproces volop gaande is, gaat het zeker niet vanzelf. Tegenwerking binnen de familie, onderadviezen van leraren en het moeilijk vinden van een stageplek zijn veel gehoorde obstakels. Het Rotterdamse boek en de Haagse verslagen laten echter zien dat deze hobbels met veel enthousiasme en inzet worden overwonnen. De ambitie om vooruit te komen bij deze groep van veelal dertig plussers druipt er vanaf. Het stapelen van diploma’s, het werken aan taalachterstand en het maken van overuren zijn zaken die de vrouwen gemeenschappelijk hebben.
“Het waren vijf verschrikkelijke jaren. Met de trein naar moest ik naar de meest afgelegen plekken om vriendinnen te bezoeken. De cultuurverschillen waren groot. Zij gingen paardrijden en hockeyen en ik ging met mijn Indonesische vriendin de stad in en naar de bioscoop.”
Een van de Haagse dames legt uit dat een witte school ook kan leiden tot isolement.
Naast deze wilskracht, koppigheid en geloof in eigen kunnen is er nog een andere belangrijke succesfactor. De geïnterviewde vrouwen in zowel Rotterdam als Den Haag geven aan dat ze veel steun hebben gekregen van hun ouders, die meestal zelf uit een traditionele samenleving komen. 'Zichtbare' ouders die hun dochters stimuleerden om naar school te gaan en zelfstandig te worden. En onafhankelijke ouders die, ondanks de grote sociale controle vanuit de familie en gemeenschap, zich niet onder druk lieten zetten. Met als doel “dat mijn kinderen het beter krijgen dan ik.”
“Mijn buurvrouw zei tegen me dat ze nog nooit een Turkse zoals ik had ontmoet. Wat is jouw beeld dan van een Turk, vroeg ik? ‘Turken die je op Vaillantlaan ziet’, antwoordde ze. Mijn beeld van Nederlanders is toch ook niet dat van Tokkies! Je hebt nette Nederlanders en je het Tokkies. Mijn buren moesten wel lachen om deze vergelijking, maar zo zit het wel.”
De onderzoeken leveren met andere woorden een belangrijke bijdrage aan het doorbreken van stereotypen. Tegenover clichés als ongeëmancipeerd en onvrij zetten de dames beelden neer van vitaliteit, ambitie en zelfbewustzijn. En tegenover het negatieve beeld van migrantenwijken laten zij ook de voordelen zien van de dynamiek en openheid van de grote stad. De stedelijke drukte, de nabijheid van familie en het groot aantal voorzieningen met ruime openingstijden. Maar stedelijkheid staat ook voor diversiteit: “In de stad kun je jezelf zijn.”
“Het zijn dertien in een dozijn woningen en dertien in een dozijn mensen. Het is allemaal bla, bla, bla. Ik houd juist van levendigheid en diversiteit. Daarom kies ik voor Rotterdam Zuid.”
Ishana (35) wil bewust niet in Barendrecht wonen
Maar hier houdt ook elke vergelijking tussen de vrouwen wel op. En gelukkig maar. Over het onderwijs (witte-zwarte scholen), de rol van de buurt op hun ontwikkeling, het wel of niet vervullen van een rolmodelfunctie en hun woonwensen hebben ze totaal verschillende meningen. Zo wisselen stedelijke dynamiek en rust elkaar af als naar het woontoekomstperspectief wordt gevraagd. Bij veel van de Rotterdamse vrouwen is de eengezinswoning nabij de stad het woonideaal. Het liefst nieuwbouw. Beton staat bij hen voor vooruitgang en een solide investering. Bij de Haagse vrouwen varieert het van een jaren dertig woning in een statuswijk tot een appartement in een aandachtswijk.  Afhankelijk van hun leefstijl en levensvisie geven zij dus op hun eigen manier invulling aan deze domeinen. Zoveel mensen, zoveel wensen. Dat is jammer voor die politici en beleidsmakers die voor deze middenklasse graag een kant-en-klaar recept hadden willen uitschrijven, maar een verrijking voor de stad.
Den Haag moet goed zijn best doen om de hoger opgeleiden te binden aan de stad. Den Haag dreigt echter de boot te missen, want de beleidsmakers zitten niet met de succesvolle groepen aan tafel, maar ze richten hun aandacht vooral op probleemsituaties. Een gemiste kans.
* De titel verwijst naar het gelijknamige advies van de VROM-raad uit 2002 over multicultureel bouwen en wonen.
 
Geraadpleegde bronnen
E. Desmet & A. Sour (2011) YU[E]P – ambitieuze jonge vrouwen. De opkomst van een nieuwe middenklasse op Zuid. Rotterdam: Post editions. Zie: www.yuep.nl

E. Desmet & A. Sour (2012) Gespreksverslagen van twee bijeenkomsten van succesvolle Haagse YUEP-vrouwen. Den Haag: Haag Wonen.

Bron foto: De Ster. Fotograaf: Joop Reijngoud

Meer leestips
Wie meer onderzoeksjournalistiek over stadswijken wilt lezen:

Afri
Jong spreekt Jong
Arrival City 



Of zie het Stadslente-boeken overzicht voor meer leesplezier.

Reacties