New York's Grid

In 2011 was het 200 jaar geleden dat New York begon aan de aanleg van zijn befaamde schaakbordpatroon. Een matrix van loodrecht op elkaar staande straten. Een knap staaltje stedenbouw dat de stad heeft gevormd tot wat die nu is. Een historisch overzicht (incl. een fantastische interactieve kaart).


Hollands glorie
Toen de Nederlanders in 1626 het eiland Manhattan hadden ‘gekocht’ voor 60 gulden van de plaatselijke Algonquin-Indianen bouwden ze op de zuidelijke punt een nederzetting. Men begon met het ontwerp van een groot fort, maar uiteindelijk groeide het dorp vrij spontaan en werden de straten aangelegd zodra er behoefte aan bestond. Met in het midden een breed indianenpad (Broadway) dat het zuiden verbond met de landgoederen en dorpjes in het noorden, zoals Ha(a)rlem. Onder het bewind van Peter Stuyvesant verdubbelde de bevolking en omvang van het dorp. Aan de noordzijde werd het gebied beschermd tegen de Britten via een ommuring (Wall street). Deze verdedigingswal werd in 1653 afgerond. Het jaar waarin New Amsterdam ook stadsrechten kreeg toegekend.

Van de een naar de ander
In 1664 kregen de Britten het voor het zeggen in het handelscentrum met een inwoneraantal van 1.500 mensen. Grond die nog niet aan individuen was toegewezen, werd openbaar bezit. Doordat de handel floreerde,  groeide de stad snel. In 1728 overschreed New York de oorspronkelijke Nederlandse grenzen, zonder een duidelijk stadsplan. Wat nog altijd te zien is aan het onregelmatige stratenpatroon van ‘Lower Manhattan’.
Tijdens de Onafhankelijkheidsoorlog (1776-1783) werd New York door Britse troepen bezet en werd de grondspeculatie opgeschort. Twee grote branden verwoestten talloze gebouwen en de bevolking slonk van 20.000 tot 10.000. Ondanks dat werd New York de hoofdstad van de jonge Verenigde Staten. Door de 'Act of Confiscation' uit 1782 kon de stad grond onteigenen van degenen die met de Britten hadden geheuld. Hierdoor kwamen nu grote gebieden vrij voor ontwikkeling.


Commissionars Plan
'The Commissionars Plan' uit 1807
Bron foto: Wikipedia

In 1807 stelde men een commissie in om een ontwerp te maken voor straten en percelen. Sinds 1790 was de stad dankzij de haven qua bevolking verdrievoudigd naar circa 96.000 inwoners en men verwachtte een toename met nog eens 300.000 in de daaropvolgende vijftig jaar. Dat bleken er uiteindelijk 700.000 extra te zijn. Het plan uit 1811, 200 jaar geleden, moest deze bevolkingstoename opvangen en is uiteindelijk de basis geweest voor het wereldberoemde stratenraster. Het plan werd geformuleerd door drie leden van de commissie: gouverneur Morris, de jurist John Rutherfurd en de landmeter Simeon De Witt. Onbekende namen als je ze vergelijkt met Haussmann (Parijs) en Cerdà (Barcelona).

Het plan bestond, net als in de Griekse en Romeinse oudheid, uit een regelmatig patroon van straten. ‘The Grid’. Met de topografie van het eiland werd dan ook totaal geen rekening gehouden. Zestien genummerden en geletterden avenues liepen van noord naar zuid, ongeveer parallel aan rivier de Hudson. De avenues begonnen met aan de oostkant ‘First Avenue’ en liepen tot ‘Twelfth Avenue’ aan de westkant, behalve aan de noord- en zuidelijke uiteinden van het eiland. Iedere avenue was 30 meter breed. Tussen de avenues in het midden van het eiland zat 281 meter ruimte, en de avenues aan de waterkant waren wat dichter bij elkaar. Het idee hierachter was dat een straat vlakbij de pieren meer waarde had dan in het centrum, omdat de waterkant in die tijd de plek was van de handel en de industrie.

Stedelijke groei
Het doel van dit vaste patroon was om de aankoop, verkoop en verbetering van onroerend goed te vergemakkelijken en vooral uit te breiden. In tegenstelling tot het onregelmatige terrein ontstond er binnen dit rationele patroon een ontwikkelingspotentieel van meer dan 150.000 bouwkavels. Een zakelijke benadering van stadsplanning die een voorbeeld werd voor veel andere Amerikaanse steden. Daarnaast kon men met dit plan invloed hebben op de straatbreedte, de openbare ruimten en daarmee op de leefomstandigheden. De commissie concludeerde dat “straight-sided and right-angled houses are the most cheap to build and the most convenient to live in.” 
Een groot deel van het land was echter al verbouwd, bebouwd en in handen van particulieren. Dat betekende dat het hele eiland eerst uitvoerig in kaart moest worden gebracht, alvorens men aan de toe-eigening en herbestrating kon beginnen. Sommige gebouwen konden blijven bestaan, “for such time as… the City… shall think proper”. Wanneer sloop toch noodzakelijk was, kregen de eigenaren een redelijke schadevergoeding. Uiteindelijk duurde het zestig jaar voordat het ‘grid’ de noordrand op ‘155th street’ bereikte.
The New York Times heeft een indrukwekkende, interactieve kaart gemaakt waarop is te zien hoe het landschap bestaande uit boerenweggetjes, beekjes, heuvels en boerderijen langzaam verandert in het rechthoekige stratenpatroon.

Eenvoud
Het resultaat was een eenvormig patroon van straten die zich eindeloos uitstrekte. Broadway was de enige straat die zich niet aan het strenge schaakbordpatroon hield, maar zijn eigen koers behield. Wanneer Broadway een hoofdstraat kruiste, werd een plein aangelegd. Toch werd er weinig openbare ruimte aangelegd. Over Central Park werd pas na 1853 gesproken. Wie wat frisse lucht wilde, moest maar richting het water aan de oost- of westkant, zo was de gedachte. Ook de elegante pleinen, diagonale en mooi vormgegeven boulevards en monumentale gebouwen, die je in veel ander stadsplannen zag, ontbraken. De eenvoud won het van de pracht en praal.

Voors en tegens
De meningen over het stratenpatroon zijn door de jaren heen verdeeld geweest. De een benadrukt de eenvoud, duidelijkheid en flexibiliteit van de gestelde kaders die voor de uiteindelijke groei en continue verandering van New York hebben gezorgd. “The grid does not limit us,” zegt stadsdeelvoorzitter Scott M. Stringer. “It gives us a foundation to adjust to and a way to navigate Manhattan.” Of in de woorden van Rem Koolhaas: “its two-dimensional form created undreamed-of freedom for three-dimensional anarchy.” Daarnaast bleek het schaakbordpatroon en brede straten uitermate geschikt voor de toenemende automobiliteit. Ook zorgt de – ook toen al - hoge dichtheid in combinatie met de vele kruisingen voor ontmoetingsplekken en levendigheid. Anderen wijzen juist op de nadelen van het repeterende, fantasieloze straatpatroon.  Zoals Jane Jacobs die met de New Yorkse stedenbouw een haat-liefdeverhouding had:  “the ugliness of our cities is owing to our gridiron street systems […] If such a street goes on and on into the distance . . . dribbling into endless amorphous repetitions of itself and finally petering into the utter anonymity of distances, we are also getting a visual announcement that clearly says endlessness.” 

Smaken verschillen en steden gelukkig ook. Uiteraard hebben de oude Europese binnensteden met haar mysterieuze steegjes en straatjes zijn charmes, maar wie ooit op het Empire State Building heeft gestaan, zal moeten beamen dat je ook volop kan genieten van het stratenpatroon van deze geplande stad.


Jon Meacham bij de tentoonstelling “The Greatest Grid” (2012) in ‘the Museum of the City of New York’ met curator Hilary Ballon. 

Openingsafbeelding: Stadskaart van New Amsterdam, gebaseerd op het 'Castello Plan' uit 1660. Bron: Wikipedia


Bronnen

Tip voor verder lezen: The Greatest Grid: The Master Plan of Manhattan, 1811-2011

    Reacties