Civic economy

Onderlinge betrokkenheid, actief burgerschap en de zelfredzaamheid van bewoners. Thema’s die, mede ingegeven door bezuinigingen, steeds meer op de voorgrond komen te staan. Maar bestaat deze ‘civil society’ wel in Nederland? Wat mogen we verwachten van het zelforganiserend vermogen van bewoners? En in hoeverre kan je dit als gemeente of corporatie stimuleren of faciliteren?

Voor wie sceptisch is over de 'civil society', zoals ondergetekende, moet het ‘Compendium for the civic economy’ eens lezen. In dit boek staan 25 inspirerende voorbeelden uit het buitenland die - ondanks de verschillende sociale en politieke context - diverse aanknopingspunten bieden voor dit Nederlandse vraagstuk. De ‘Civic economy’ gaat over maatschappelijke initiatieven die ingebed zijn in een alternatieve en vaak lokale economie. Projecten die volledig leunen op maatschappelijk ondernemerschap, innovatie en de bundeling van lokaal sociaal kapitaal en diverse netwerken. Projecten die ook laten zien hoe bewoners(groepen) en maatschappelijke ondernemers een bijdrage kunnen leveren aan de economie en het sociale welzijn van buurten. Maar bovenal zijn het initiatieven van onderop die aansluiten op de behoeften en vaardigheden van de gebruikers en die zonder overheidsbemoeienis tot stand zijn gekomen. En vooral dat laatste is erg interessant. Of het nu gaat om een ecologisch theater met amateurtoneel, een multifunctionele accommodatie die wordt gerund door buurtbewoners of om een creatieve werk- en ontmoetingsplek voor zelfstandigen, stuk voor stuk zijn het zichzelf bedruipende projecten waar lokale gemeenschappen de dienst uitmaken. Leunend op persoonlijke inzet, sociale netwerken en een diversiteit aan financiële bronnen.
Mijn enthousiasme is waarschijnlijk gestoeld op het hoopgevende karakter van de projectbeschrijvingen. Het laat zien dat bewoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties veel kunnen bereiken als de juiste mensen op de juiste plek samenkomen, kansen herkennen en deze vervolgens ook oppakken. Dat hoopgevende en geïnspireerde gevoel had ik al toen ik ze las, maar helemaal toen ik vorig najaar een paar projecten in Londen bezocht (hier later een keer meer over).

Nu is het bij dit soort boeken met een diversiteit aan projectbeschrijvingen altijd ingewikkeld om een aantal algemene conclusies te trekken. Dit is de auteurs echter aardig gelukt. Het begint met een waardig pleidooi om een klimaat te creëren waarbinnen dit soort initiatieven kunnen ontstaan en langzaam kunnen groeien. Een cultuur waarin professionele organisaties ook vooral gebruik maken van de kracht en onbenutte hulpbronnen (leegstaande gebouwen, menselijke capaciteiten) in een wijk. Vergelijkbaar met wat wij in Nederland ‘natuurlijke wijkvernieuwing’ noemen.
Het boek eindigt met een aantal tips om deze kansen te herkennen en om een vruchtbare bodem te creëren waarop deze initiatieven kunnen ontstaan. Daarmee is het nog geen handboek, zoals de titel zou vermoeden, maar het biedt wel een interessant kijkje in de keuken van lokale initiatieven.

Het handboek is gratis te downloaden. Discussies staan op http://civiceconomy.net/

Een verkorte versie van deze recensie verscheen in januari in Aedes-magazine. 
Voor wie meer interesse heeft in Stadslente-boeken is er een overzicht.

Foto: Dalston Eastern Curve Garden (Londen), hergebruik braakliggend terrein door bewoners en maatschappelijke instelingen
Bron foto: Gerben Helleman

Reacties