Het andere verhaal



Sommige wijken van een stad genieten landelijke bekendheid. De Jordaan in Amsterdam stond altijd synoniem voor getapte humor en gezelligheid. Geen rosse buurt genoot decennia lang zo’n reputatie als het Rotterdamse Katendrecht. En geen volkswijk had zo’n reputatie als de Schilderswijk met zijn opstootjes en knokpartijen bij de nieuwjaarsviering. In het buitenland is dat al niet anders. Denk aan de Franse banlieues, het Londense EastEnd en het Harlem van New York. Ons beeld wordt daarbij voor een groot deel gevormd door wat we lezen en horen in de traditionele media. Na een persoonlijk bezoek blijken imago en identiteit vaak ver uit elkaar te liggen.


Met Detroit is dat al niet anders. De stad maakte in de jaren vijftig, zestig en zeventig van de vorige eeuw deel uit van de Rust Belt, het voormalige industriële hart van de Verenigde Staten. Dankzij meer dan honderden autofabrikanten, waaronder Ford, General Motors en Chrysler kreeg de stad haar bijnaam 'Motor City'. Door op alle mogelijke manieren te voldoen aan de wensen van de auto-industrie ontwikkelde de stad en omliggende regio zich in record tempo op allerlei gebieden. Zo werd Detroit onder andere de bakermat van Motown (een portmanteau van de woorden motor en town).
Zoals iedereen weet bestaat de florerende fabrieksstad van weleer niet meer. De monotone economie werd ook de grootste valkuil. De auto-industrie werd steeds meer verplaatst naar lagelonenlanden. De daaropvolgende massaontslagen zorgden voor werkloosheid, een leegloop van de stad en dalende huizenprijzen. Met grote gevolgen voor de stad en haar bewoners (Michael Moore bracht een soortgelijk verval inzichtelijk in beeld in zijn documentaire Roger & Me over het stadje Flint, zo'n 110 kilometer ten noorden van Detroit). De kredietcrisis, stijgende olieprijs en dalende vraag naar typische Amerikaanse auto's zoals de SUV in de afgelopen jaren hebben daar ook niet echt bij geholpen. Meer fabrieken sloten hun deuren. Van de bijna 2 miljoen inwoners zijn er nog maar 700.000 over. Leegstaande gebouwen en buurten zijn er in overvloed (zie kaart). Time Magazine gaf in september 2009 een krachtige samenvatting van de problemen: "By any quantifiable standard, the city is on life support. Detroit's treasury is $300 million short of the funds needed to provide the barest municipal services. The school system, which six years ago was compelled by the teachers' union to reject a philanthropist's offer of $200 million to build 15 small, independent charter high schools, is in receivership. The murder rate is soaring, and 7 out of 10 remain unsolved. Three years after Katrina devastated New Orleans, unemployment in that city hit a peak of 11%. In Detroit, the unemployment rate is 28.9%."

Dit is echter maar een deel van het verhaal. In Detroit Lives laat een bekend schoenenmerk (!) ons namelijk kennis maken met allerlei nieuwe, lokale initiatieven. Een indrukwekkende documentaire die een ander verhaal vertelt dan de koude statistieken. Een grote groep vrijwilligers, werklozen, studenten, sociale ondernemers en kunstenaars (zoals in het Heidelberg Project) gaan juist uit van de kansen die er zijn en werken op die manier aan de nieuwe vormgeving van de voormalige fabrieksstad. Waarbij passie en creativiteit het wint van planning en regels.

Foto: Detroit, 2003. Bron foto: Picryl
 
Meer lezen? Zie onder andere A City Lover's Guide to Detroit

Reacties